Cataract (grauwe staar)

Cataract staat ook wel beter bekend als “grauwe staar” en komt ook voor bij honden. In principe is cataract uit te leggen als elke vorm van witting of troebeling van de lens of het lenskapsel. Het wordt meestal veroorzaakt door een verminderde zuurstofopname. Hierdoor wordt de lenskwaliteit negatief beïnvloed. Dit leidt aanvankelijk tot zwelling van de lens door verhoogde vloeistofopname en later juist tot uitdroging van de lens.

Grauwe staar bij honden

Cataract is onder te verdelen in verschillende vormen, naar leeftijd van optreden (juveniel of seniel cataract), naar oorzaak van ontstaan (traumatisch, diabetisch cataract), of naar plaats van ontstaan (capsulair, subcapsulair, anterior, posterior, nucleair).
De laatste criteria zijn erg technisch om goed uit te leggen en voor behandeling en prognose van weinig belang. De andere criteria van onderverdeling verdienen enige uitleg:
• Congenitaal cataract. Dit type cataract is aangeboren, en komt meestal voor in combinatie met andere aangeboren afwijkingen aan het oog. Het type cataract is vaak langzaam progressief (wordt langzaam erger) en geeft meestal uitgesproken witting van de lens.
• Juveniel cataract. Dit type ontstaat vaak al tussen het 1e en 8e levensjaar. Als andere oorzaken uitgesloten zijn (zoals diabetes, bestraling of trauma) is erfelijkheid zeer waarschijnlijk. Juveniel cataract begint vaak aan de buitenzijde van de lens en wordt erger in de tijd.
• Seniel cataract (ouderdomsstaar). Dit is een veelvoorkomende vorm van cataract. Het wordt meestal gezien bij oudere dieren en is vaak eerder gelokaliseerd (niet de gehele lens is betrokken in het proces). Het mag niet verward worden met de normale verharding van de lens (sclerose) die bij vrijwel elke hond optreedt bij het ouder worden.
• Stralingscataract. Overmatige bestraling van het oog, bijvoorbeeld Röntgen- of gammastraling, maar ook UV-licht, kan cataract induceren.
• Alimentair/toxisch cataract. Bepaalde giftige stoffen en mogelijk sommige voedingsbestanddelen kunnen aanleiding geven tot het ontstaan van cataract.
• Traumatisch cataract. Door een steekwonde door bijvoorbeeld een doorn, een splinter of een nagel van een kat kan cataract ontstaan wanneer de lens of het lenskapsel geraakt wordt. De uitgebreidheid van het cataract is afhankelijk van de diepte van de wond en de snelheid van helen van het lenskapsel. Bij snelle heling kan het cataract beperkt blijven tot een kleine zone, het gezichtsvermogen kan dan onaangetast blijven.
• Erfelijk cataract. De meest voorkomende vorm van cataract bij de hond komt zowel als juveniele vorm voor als in de vorm van seniel cataract. Het begint meestal achteraan op de lens en breidt zich naar voren uit.

Progressie

Al naar gelang de uitgebreidheid en de mate van progressie spreken we van verschillende stadia:
• Beginnend (incipient) cataract: De cataract is pas net zichtbaar, minder dan 10-15% van het lensvolume is vertroebeld.
• Immatuur (onrijp) cataract: De Cataract is gevorderd, maar er zijn nog (kleine) delen van de lens doorzichtig. Het dier kan nog zien.
• Matuur (rijp) cataract: De cataract is volledig over de lens verspreid, het dier is volledig blind. (let op: licht en donker kunnen soms nog onderscheiden worden, dus er is nog sprake van reactie van de pupil op licht)
• Hypermatuur (overrijp)cataract: In sommige gevallen kan een matuur cataract gaan oplossen, delen van de lens vervloeien dan waardoor een deel van het netvlies weer zichtbaar wordt. Dit stadium wordt soms gezien bij honden die op jonge leeftijd al een matuur cataract hebben.

Behandeling

Er bestaat geen medicamenteuze behandeling voor cataract, noch kan men de progressie van cataract beïnvloeden door medicijnen. De enige behandelmogelijkheid is chirurgie. Er zijn verschillende technieken beschreven:
• Totale (extracapsulaire) lensextractie. Hierbij wordt de gehele lens met het lenskapsel verwijderd. Dit is de gemakkelijkste manier voor de chirurg. Nadeel is dat de lens niet vervangen kan worden en de hond dus nadien wel zicht heeft, maar niet scherp kan zien. Gevolg is dat de hond zich nog eens kan stoten tegen onverwachte obstakels.
• Intracapsulaire lensextractie. De lens wordt bij deze techniek uit het lenskapsel gehaald. Nadien kan een kunstlens ingebracht worden in het lenskapsel. Dit zorgt ervoor dat het zicht van de hond bijna volledig terugkeert. Nadelen zijn de kosten (ingewikkelder operatie) en het iets groter risico op complicaties.
• De allernieuwste techniek heet Phacoemulsificatie. Bij deze techniek wordt eveneens de lens verwijderd uit het kapsel. Het verschil met boven beschreven techniek is dat hier een veel kleiner sneetje wordt gebruikt en de lens als het ware wordt verbrijzeld. Hierna kan de lens uit het kapsel worden gezogen en de kunstlens worden geplaatst. Voordeel van deze techniek is de kleinere kans op complicaties en het sneller herstel.

Voor alle boven beschreven behandelingen wordt de hond verwezen naar een oogspecialist.

Prognose

In principe is de prognose na operatie redelijk tot goed. Het is wel van belang om na te gaan of het dier geen andere problemen heeft zoals retina atrofie of retina dysplasie waardoor blindheid optreedt. Het is duidelijk dat cataract chirurgie in die gevallen geen enkele zin heeft. Natuurlijk is een tweede criterium de gezondheidstoestand van de hond. Het is van het grootste belang na te gaan of het dier gezond genoeg is voor een ingreep onder narcose en men moet een goede overweging maken of de levensverwachting van het dier lang genoeg is om een dergelijke ingreep te verantwoorden.
Daarnaast is het van belang een goede inschatting te maken van de noodzaak. Sommige honden weten zich dermate goed te redden met hun blindheid dat afgezien wordt van chirurgie.

Preventie

Voor preventie van cataract is het belangrijk naar de erfelijkheid te kijken. Gelukkig zijn verschillende rasverenigingen al langer doordrongen van het belang van uitsluiten voor de fok van dieren die erfelijke gebreken vertonen. Dit geldt ook voor dieren met cataract.

Bron: www.stabyhoun.nl